De Via Appia, wie kent hem niet? In de oudheid werd ze al de koningin der wegen genoemd. Het was ook de eerste snelweg; niet eerder konden legertroepen zich zo snel verplaatsen. In de bijbel is het de plek waar Petrus op zijn vlucht uit de stad Jezus tegenkomt en hem vraagt "Quo Vadis?" En waar ga ik heen?
Het is een mooie dag, de zon staat stralend aan de hemel. Ik wil een deel van de Via Appia lopen en twee bijzondere plekken bezoeken; de tombe van Cecilia Metella en de Villa dei Quinteli. Ik besluit te lopen naar de metro, een wandeling van tien minuten in Nederlands tempo. Dat gaat niet helemaal goed en voordat ik het weet, herken ik de buurt niet meer. Al die straten lijken ook zo op elkaar! En waarom moeten al die straatjes rond lopen? Gelukkig leidt de fantastische wifi-loze navigatie-app op mijn telefoon me weer netjes terug naar waar ik wezen wil. Ik erken dat moderne techniek ook mij kan helpen.
De reis gaat ook daarna niet vlotjes (er komt vast nog een blog over het openbaar vervoer in Rome) maar na anderhalf uur ben ik op de Via Appia Antica. Er is ook een Via Appia Nuovo, die je vooral niet moet verwarren met de echte Via Appia. De Via Appia Nuovo is namelijk de toegangsweg vanuit het zuiden naar het centrum, waar gemiddeld 100 km p.u. wordt gereden. Overigens is ook het eerste deel van de Via Appia Antica, gezien vanaf de oude stadsmuur, een drukke weg. Na een paar kilometer buigt het doorgaande verkeer echter af en wordt de Via Appia een weg voor wandelaars en fietsers.
Ook ik wil vandaag de Via Appia lopen. Niet alleen omdat het op deze mooie dag een verademing is om in deze groene omgeving te wandelen, maar ook om de grafplaatsen goed te kunnen bekijken. De Via Appia was namelijk van oudsher dé weg om de doden langs te begraven. In de Oudheid werden de doden buiten de stadsmuren begraven. Wanneer je niet rijk was, gebeurde dat in grote verzamelplaatsen, zoals we die nu nog terug kunnen zien in de catacomben. Maar als je rijk was, en dan bedoel ik heel rijk, dan liet je dat zien door een grafplaats aan de Via Appia. Lopen over de Via Appia is daarom ook lopen over een begraafplaats.
De tombe van Cecilia Metella is de best bewaarde graftombe langs de Via Appia. Ik koop een kaartje bij de kassa en loop naar binnen. Zoals me vaker gebeurt, word ik overvallen door een gevoel van eerbied als ik de ruimtes doorloop. Zo lang geleden, de eenvoud en schoonheid, de menselijkheid..
Voor mij loopt een gezinnetje. Twee jochies met ouders, die net voor hun 40e na zijn gaan denken over kinderen. Voor hun dient de tombe als achtergrond voor een fotoshoot van hun kinderen. Zouden zij weten dat Cecilia innig geliefd was? Dat haar vader een tombe wilde maken, die nauwelijks onderdeed voor die van keizer Augustus? Zou het zijn gemis verzacht hebben? We weten het niet. We weten alleen dat zij voortleeft door het monument dat hier staat.
Mijn wandeling gaat verder. De jongen van de kassa vertelt mij dat het 4 kilometer is tot aan de Villa dei Quinteli. Dat kan in een uurtje, maar ik doe er twee uur over. Niet alleen is het een idyllische wandeling, er zijn om de haverklap weer nieuwe grafmonumenten om te bekijken. Toch ben ik er voordat ik het weet en loop het terrein op van de Villa.
Villa heeft bij de Romeinen en de huidige Italianen een ruimere betekenis dan onze villa. Villa dei Quintili staat niet alleen voor het ruime huis van de familie Quintili, maar voor het landgoed met alle bebouwing erop. Het uitgestrekte landgoed uit de 2e eeuw na Chr. had niet alleen een huis, maar ook een theater, baden, een eigen aquaduct, een wateropslagplaats en allerlei gebouwen voor het boerenbedrijf. Overal waar ik kijk, reikt het terrein. In de verte liggen de Colli Albani, de Albaanse heuvels en aan de andere kant, nu nog ver weg, de stad. In de Oudheid werd de Villa beschouwd als het voorbeeld van de goede, achtenswaardige manier van leven voor de Romeinse nobilitas en liefkozend Roma Vecchia genoemd (= het Oude Rome). In latere eeuwen volgden kunstenaars vanuit heel Europa hun romantische hart hier naartoe. En nu sta ik hier.
Ook ik dwaal met mijn romantische hart over het terrein. Het is zo goed als verlaten. En dan hebben ze ook nog net het gras gemaaid! Ik maak een praatje met een eenzame restaurateur van een vloer in één van de baadruimtes. Hij kan alleen het hoogstnoodzakelijke doen, want geld hè.. altijd een gebrek. Ik loop door en kom bij een klein museum, waar de opgegraven bodemschatten worden tentoongesteld. Er is niemand, zelfs geen suppoost.
Na het museum loop ik door naar de uitgang. Nog één keer kijk ik om naar dit oude Rome, voordat ik me weer overgeef aan de chaos en drukte van de nieuwe stad. De hele dag blijft een gevoel van nostalgie hangen, het verlangen naar wat was. Een verlangen naar wat de Romeinen zouden noemen Roma Vecchia.
Ik voel je enthousiasme door de manier waarop je dit beschreven hebt. Het straalt ook rust uit.
BeantwoordenVerwijderenMooi. De via Appia aflopen voelt als een trip met een tijdmachine.
BeantwoordenVerwijderen