donderdag 16 april 2015

Colosseum

Het Colosseum en Rome, die horen bij elkaar. Het wordt beschouwd als één van de zeven wereldwonderen, dus is het verplichte kost bij een bezoek aan Rome. Om dat te bewijzen staan er dagelijks lange rijen op het plein voor de ingang. Ga ik het dit keer doen?


Colosseum 
Ik zal het maar meteen bekennen: ik ben nooit eerder in het Colosseum geweest. Ik werd afgeschrikt door die lange rijen en mijn afkeer voor amusement voor de massa. En ja, ook door enige hoogtevrees. En wat kon er binnen nu zo bijzonder zijn? Aan de buitenkant zie je het toch ook goed? 

Maar als je zes weken in Rome bent en de Oudheid tot in de haarvaten wilt ervaren... kun je dat niet langer gebruiken om achter te verschuilen. Dus vandaag ga ik het doen, ik ga het Colosseum bekijken, van buiten en van binnen.

Ik stap uit bij metrohalte Colosseo en loop het licht in van een nieuwe stralende dag. Het is meteen druk. De stoplichten bij het zebrapad doen het voor het gezicht, maar er wordt hoe dan ook massaal overgestoken. Het is één van de weinige plekken in Rome, waar auto's het nakijken hebben op de mens.

Op het plein cirkelt de rij zich spontaan naar de ronde vormen van het plein. Masculiene Italianen, verkleed als Romeins soldaat, bieden zich aan als gladiator. Ze proberen een foto te ontfutselen van de wachtenden. Voor hun is het een goed betaalde bijverdienste; ik zie hoe ouders € 10,- geven voor een foto met hun kinderen. Dat was in de Oudheid wel anders voor Romeinse krijgsgevangen, weggelopen slaven of veroordeelden. Hoewel onmetelijke roem voor de echte sterren mogelijk was, was de prijs voor de meeste gladiatoren hoog. Meer dan de helft van deze beroepsgroep verloor zijn leven bij het eerste gevecht.    

In het Colosseum hebben op grote schaal gladiatoren met elkaar of met wilde dieren gevochten. In de eerste eeuwen van onze jaartelling waren de spelen zo populair dat diersoorten als het nijlpaard, de leeuw en olifant in delen van Azië en Noord Afrika voor altijd uitgestorven zijn. Het waren met name de keizers, die de spelen lieten organiseren. Samen met het uitdelen van graan, vormden "brood en spelen" het middel om de Romeinse bevolking aan zich te binden en rustig te houden. Zoiets als het moderne consumentisme en voetbal. Ik weet weer waarom ik nooit eerder het Colosseum bezocht heb. Maar kom op, nu doorzetten en doorlopen. 

Ik kan de rij links laten liggen, omdat ik in bezit ben van de Card Archaeologica, een kaart om in één week, negen plekken van archeologische waarde te bezoeken voor de luttele prijs van € 23,- Alleen het missen van de rij is de prijs al waard; ik ben in vijf minuten binnen. 

De route begint boven op de 2e verdieping. Ik beklim de trappen en vraag me af of de hoge, marmeren treden van klassieke of moderne datum zijn. Om mij heen zie ik steigers, kranen en bouwvakkers; het Colosseum wordt weer onderhouden en deels zelfs opgebouwd. Na de val van het Romeinse Rijk is het gebouw systematisch leeggehaald om nieuwe paleizen of kerken op te bouwen. Eigenlijk is het een wonder dat er nog zoveel staat. 

Colosseum van binnen gezien
Boven word ik overrompeld. De aanblik van dit theater is overweldigend. Alles is groots, de arena, de ruimtes eronder, de tribunes, de verdiepingen, alles. De massa's toeristen vallen weg. Dit amfitheater kon in de Oudheid 50.000 mensen aan. Nu pas begrijp ik het woord kolossaal in essentie.
 
Ik loop een ronde en even later op de eerste etage nog een keer. Ik kan er geen genoeg van krijgen, ook al is er niet veel meer te zien dan het gebouw zelf. Het gebouw is de bezienswaardigheid, niet wat erin stond of aan decoratie was aangebracht. De architectuur en techniek, die hier gebruikt is.. ik word stil bij de gedachte dat dit bijna 2000 jaar geleden gebouwd is.

Vergeet de toeristen, vergeet het massavermaak. Ga naar het Colosseum en het zal je het zwijgen opleggen.          
     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten