In Rome concurreren de kerken om aandacht. De één is nog groter en mooier dan de ander. En in de schaduw van de Sint Pieter, de San Paolo fiori le mura of de Maria Maggiore zijn er ook nog de kleinere kerken. Ik wil ze het liefst allebei zien: groot én klein. Maar wat is dat toch met die grote kerken?
Ik wilde al een paar dagen naar de San Giovanni in Laterano, maar er was iets wat me tegenhield. Deze basiliek kunnen we gerust als groot classificeren. Het ligt enigszins uit het centrum, maar dat belet de toeristen niet om in grote getale te komen. Ik was al bij de Sint Pieter geweest, ook een grote, maar daar was ik voortijdig weer vertrokken. Want ondanks haar pracht, de vele interessante details, de absolute topstukken en haar betekenis voor de gelovigen, was het daar zo druk dat ik weer naar buiten wilde. Misschien moet ik het nog eens proberen, maar dan 's ochtends vroeg?
Ook de Santa Maria Maggiore en de San Paolo fiori le mura (Sint Paulus buiten de muren) heb ik al gehad. Allebei grote, indrukwekkende kerken. De eerste is misschien wel de rijkst gedecoreerde kerk, die ik heb gezien. Bezoekers verdringen zich om elk detail op de foto te nemen, het liefst met zichzelf erbij. De absolute hype is de stick: de telescooparm voor een smartphone, zodat je op afstand een selfie kunt maken op de plek waar je bent. Overal zie je mensen, die met behulp van deze stick een selfie maken. Individualisme ten top: het gaat niet meer om de plek, om het beeld of het kunstwerk, nee het gaat om het ego op die plek. Ik was hier. Ik met het beeld, ik met dit meesterwerk. Het is dit verschijnsel dat me wat huiverig maakt om naar grote kerken of andere hoogtepunten in Rome te gaan.
Vandaag ben ik toch naar de San Giovanni gegaan. Ik ben er eerst met een grote boog omheen gelopen om alles in mij op te nemen: het paleis van Lateranen, de obelisk, het baptisterium, de resten van het aquaduct van Nero en de Aureliaanse muur. Aan de overkant de Scala Santa en het Sancta Sanctorum, het heiligste der heiligste. Voor die laatste staan militairen voor de deur. Is er terreurdreiging? Ik wil het niet weten en besluit bij de San Giovanni naar binnen te gaan.
apsis met mozaïeken |
Ik zie dat de leraar de bijzondere details aanwijst: de duiven als beeldmerk van de Pamphili-paus Innocentius X, het 14e eeuwse houten Madonnabeeld dat onze huidige paus heeft gekregen en het plafond dat is uitgevoerd volgens de instructies van Michelangelo. Ik besluit nog even naar de kloostergang te gang, een verscholen tuin omlijst met zuilen en arcaden. Ik koop een kaartje en loop naar binnen, een oase van rust in. Weg zijn de toeristen, weg de selfiesticks of het gezeur over koffie, ijs of pizza. Ik ben niet alleen, maar de mensen hier in de kloostergang, zijn hier. Ze kijken en bewonderen, ze nemen zelfs foto's, maar zij zien wat hier is. En wat hier is, maakt indruk.
de kruisgang |
Als ik de basiliek weer inloop, klinkt er gezang. Nieuwsgierig loop ik op het geluid af. Het zijn jonge stemmen, jongens en meisjes, meerstemmig. Wanneer ik onder de koepel kom, zie ik de leraar met zijn groep staan. Hij zwaait driftig met zijn arm en zingt mee met de tenoren. Spontaan hebben ze het gedaan: dit koor zingt zijn lied op deze bijzondere plek.
Ontroerd loop ik naar buiten, het zonlicht weer in. Grote kerken maken indruk. In hun grootsheid en in hun eenvoud. Als je het wilt zien of horen.